donderdag 20 februari 2014

Gij zult niet oordelen

De oude man gaat zitten aan de kop van de lange tafel. Hij bestelt een bockbier.
Zijn geur doet me denken aan oude zolders en ongewassen kleding. Ik duw mijn neus in mijn pas gewassen haar.
De man ordent de kranten die op de lange tafel liggen, stapelt de tijdschriften op, maar neemt geen ervan ter hand. Hij kijkt voor zich uit. Tevreden, dat moet gezegd.
Ik probeer me te concentreren op het computerscherm voor mijn neus, maar raak afgeleid door de indringende geur en zijn constante blik in mijn richting.
De man staat op en komt naast me staan. “Werken jullie ook bij Philips?,” vraagt hij aan mij en de vriendin die naast me zit.
“Ik wacht namelijk op een meisje dat hier altijd zit te werken. Zij werkt bij Philips. Ik houd alvast een plaatsje voor haar bezet.”
Ik zeg dat wij niet bij Philips werken.
De man begeeft zich terug naar zijn plaats. Een uur later is het Philips-meisje nog steeds niet ten tonele verschenen. De man mompelt wat om zich heen. De zolder- en ongewassen kledinggeur is nu vermengd met de geur van bier.
Vlak voordat hij weggaat roept hij de serveerster bij zich. “Als er een knappe jonge blonde vrouw verschijnt die hier gaat zitten werken, wilt u dan zeggen dat ik geprobeerd heb een plaats voor haar vrij te houden?”.
In mijn hoofd maak ik de man uit voor oude viezerik. Ik haal opgelucht adem als hij vertrokken is en ben plaatsvervangend blij voor het Philips-meisje.
Ik schrik van mijn eigen gedachten.
Misschien is de man een eenzame weduwnaar en doet het blonde Philips-meisje hem denken aan zijn vrouw in haar jonge jaren. Of belichaamt het Philips-meisje de kleindochter die hij altijd heeft willen hebben. Of is de man een oud-werknemer van Philips die met een vakgenoot over de huidige stand van zaken in Eindhoven wilde praten.
Of het is toch gewoon een geile oude vent met een indringende lichaamsgeur en beperkte charmes. Die een beetje eenzaam is.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten