zondag 1 juni 2014

Het (on)recht zal zegevieren

Toen ik pak ‘m beet vijf jaar oud was, maakte ik voor het eerst bewust kennis met het fenomeen onrecht.
Zittend in de portiek van ons huis, mijmerend over alledaagse zaken (de laatste aflevering van Bassie en Adriaan, de door mij zo felbegeerde lakschoenen, mijn mislukte tekening), werd ik aangesproken door een langsfietsende buurvrouw.
“Zit niet in je neus te peuteren!”, riep ze me toe.
Ik twijfelde ook toen al dikwijls aan mezelf, maar deze vrouw overschreed toch echt mijn in vijf jaar zorgvuldig opgebouwde grenzen.
Want hoe je de situatie ook zou wenden of keren: ik zat op het doelbewuste moment nĂ­et in mijn neus te peuteren.
Ik voelde een woede in mijn kleuterlichaam ontsteken die ik me tot op de dag van vandaag meen te herinneren.
De eerstvolgende 8 jaar heb ik niet meer tegen deze buurvrouw gesproken.
Als ik tijdens het Sint Maarten- festijn de hele straat afging met mijn lampion om de snoepvoorraad te spekken, sloeg ik haar deur steevast over.
Als mijn moeder in mijn bijzijn besloot een praatje met deze buurvrouw te maken, veinsde ik een onmetelijke interesse voor de flora en fauna in onze straat.
Deze vrouw had mij valselijk beschuldigd. Er was mij onrecht aangedaan.
Heden ten dage is dit uiteraard een aardige anekdote op familiefeestjes, zelfs ik kan er inmiddels om lachen. En op de schaal van onrecht in den wereld, is dit natuurlijk maar een mager voorbeeld.
Maar de allesoverheersende woede - vaak voorafgegaan door een kortstondige doch hevige golf verdriet - die in mij losbarst als iemand anders of mijzelve onrecht wordt aangedaan, ken ik nog steeds.
Een vriendin die het afgelopen jaar nogal wat onrecht in haar maag gesplitst kreeg, heeft dikwijls stoom uit mijn oren zien komen, woest mededelend dat ik met een knuppel op pad zou gaan.
En mijn broertje die wordt bespuugd omdat zijn grote liefde een jongen is, maakt dat ik deze spugende medemens het ergste toewens.
Dat vind ik onrecht.
Maar hoe universeel is het begrip onrecht eigenlijk?

Zou de buurvrouw uit mijn jeugd, door mij zo gehaat omwille van het onrecht dat ze mij had aangedaan, ooit nog over haar neuspeuteropmerking hebben nagedacht? En zal de spugende homohater 's avonds in zijn bed wakker liggen van zijn daad?
Uiteraard zijn er universele vormen van onrecht, die komen dagelijks voorbij in het nieuwsbulletin.

Toch denkt degene die het onrecht aanricht, doorgaans in zijn recht te staan.
Ik vind het maar verwarrend. Onrechtvaardig verwarrend misschien zelfs wel.