vrijdag 14 maart 2014

Het ijkpunt

Op maandagavond dansen er paren onder tl-balken. Ik zie ze elke week. De mannen en vrouwen dansen vol overgave, alsof er geen sprake is van een hel verlichte ruimte, maar van een met kroonluchters behangen balzaal.
De aanblik vervult me elke keer met een mengsel van vreugde en ontroering.
De werkelijkheid is wat je er zelf van maakt. Soms.

 
Peinzend over het één en ander vroeg ik me af of dat ook voor het fenomeen tijd geldt.
Er zijn ijkpunten in het jaar waarop een mens de boel overziet.
Een verjaardag, oudjaarsavond, de dag waarop iemand sterft of stierf.
Het laatstgenoemde ijkpunt hield mij de afgelopen dagen bezig.
Er was een jaar voorbijgegaan en ik had het niet gemerkt. Tijd kwam me ineens voor als iets onbetrouwbaars, alsof ik bij de neus genomen was door dit vanzelfsprekende fenomeen.
Leven is tijd besteden. Tijd is naast de dood de enige zekerheid die we hebben.
Dus als die 365 dagen je ineens voorkomen als 30 dagen, dan maakt dat op zijn zachtst gezegd gemengde gevoelens los.
De ben-ik-wel-genoeg-in-het-nu epidemie drong zich onmiddellijk weer aan me op.
Als ik die 365 dagen in het zogeheten en geprezen ‘nu’ had gebivakkeerd en op een kalendertje elke dag een vinkje had gezet, zouden die 365 dagen me dan wel zijn voorgekomen als zijnde een jaar?
Ik betwijfel het.
Ik moet denken aan een uitspraak die de dokter deed tegen mijn pas bevallen vriendin: “Ach, kinderen. Je rommelt ze groot.”
Ik rommel mezelf groot. En volgens mij heet dat leven.
En iemand missen die er niet meer is, staat overal los van. Iemand missen kent geen tijd.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten